Transitievergoeding
Sinds 2015 is de ontslagvergoeding volgens de kantonrechtersformule komen te vervallen. Hiervoor in de plaats is de (lagere) transitievergoeding gekomen. De transitievergoeding is een versoberde regeling, die ervoor zorgt dat werkgevers makkelijker tot ontslag van vaste werknemers kunnen overgaan. Het kostte altijd behoorlijk veel geld om iemand die al lange tijd in dienst was te ontslaan, maar dit is met de komst van de transitievergoeding een stuk goedkoper geworden. Daarnaast zorgt de komst van deze nieuwe vergoeding voor lagere personeelslasten, waardoor het voor u wellicht makkelijker is om nieuwe mensen in dienst te nemen.
Wie heeft recht op vergoeding?
Iedere werknemer heeft bij ontslag recht op een transitievergoeding. De manier waarop het ontslag plaatsvindt is daarbij wel belangrijk. Neemt de werknemer zelf ontslag of is er sprake van ontslag op staande voet, dan hoeft er geen transitievergoeding betaald te worden. Een belangrijke verandering is dat het niet meer uitmaakt hoe lang een werknemer in dienst is. Ook bij het niet verlengen van een tijdelijk contract ontstaat recht op een transitievergoeding.
Berekenen transitievergoeding
De berekening van de transitievergoeding is niet moeilijk. Voor ieder dienstjaar ontvangt de werknemer 1/3 maandsalaris per jaar. De maximale vergoeding die een werknemer mee mag krijgen is vanaf 1 januari 2023 €89.000 euro. Verdient de werknemer meer dan €89.000 euro per jaar, dan ontvangt de werknemer maximaal een jaarsalaris. Dit zijn overigens bruto bedragen. Bij ontslag met wederzijds goedvinden kan worden onderhandeld over de vergoeding. De berekening is dan slechts een leidraad.
De kantonrechter
Is een van jullie het niet eens met de ontslagvergoeding die wordt geboden, dan kunt u naar de kantonrechter stappen. De kantonrechter kan besluiten om de transitievergoeding te verhogen of te verlagen. De kantonrechter kan ook bepalen dat er geen vergoeding verschuldigd is.