Habe-nichtsbeginsel heeft goed verweer nodig
31 maart 2014
Wat is het Habe nichts-beginsel?
Bij het indienen van een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst kunnen werkgevers zich beroepen op het "habe nichts- of habewenig"-verweer. Met een beroep op dit verweer geeft de werkgever aan dat de financiële problemen zo groot zijn, dat zij niet in staat is om de werknemer een ontslagvergoeding te betalen. Door het voldoen van een ontslagvergoeding zou de kans bestaan dat het bedrijf geconfronteerd wordt met een faillissement. Veel werkgevers op deze manier een lagere of zelfs geen ontslagvergoeding toegekend te krijgen die ze moeten betalen aan de werknemer. Om de kantonrechter hiervan te overtuigen, dient de werkgever de slechte financiële situatie van de organisatie voldoende aannemelijk te maken.
Beroep habe-nichtsbeginsel niet gauw gehonoreerd
Kantonrechters honoreren het beroep om geen of een geringe ontslagvergoeding toe te kennen niet gauw. De reden is dat het ontslag voor de werknemer verstrekkende gevolgen heeft. De werknemer verliest zijn baan en inkomen. Daarnaast wordt de slechte financiële situatie waardoor werkgevers de vergoeding niet kunnen betalen onvoldoende onderbouwd.
Habe-nichtsbeginsel met cijfers onderbouwen
Een beroep op het "Habe-nichts, habe wenig"-verweer moet door de werkgever goed cijfermatig onderbouwd zijn. In de aanbevelingen van de kring van kantonrechters wordt vermeld aan welke eisen deze onderbouwing moet voldoen. Ook staat hier met welke stukken een beroep op de slechte financiële positie moet worden onderbouwd. Indien sprake is van bedrijfsbeëindiging, omzetvermindering of reorganisatie, kan met een geslaagd en tijdig (!) beroep op dit verweer, het faillissement van de onderneming worden afgewend.
Uitspraak habe-nichtsbeginsel februari 2014
Door een uitspraak van de kantonrechter in februari 2014 blijkt dat het voor de werkgever steeds moeilijker wordt om het habe-nichtsbeginsel toe te passen. In deze zaak heeft de rechter een werknemer de ontslagvergoeding toegekend, ondanks dat de werkgever beroep had gedaan op het habe-nichts verweer. De rechter achtte niet voldoende bewezen dat de werkgever failliet zal gaan door het toekennen van een ontslagvergoeding. De Kantonrechter heeft in deze situatie aan de werknemer een ontslagvergoeding toegekend ter hoogte van C = 0,5. Dit gaat gevolgen hebben voor de toekomst. Werkgevers moeten aan kunnen tonen dat ze door de uitbetaling van de ontslagvergoeding failliet zullen gaan. Dit is lastig te bewijzen. Voor de werknemers zal dit dus gunstig uitpakken.
Beslissingen bedrijfsvoering gewogen
De uitspraak van februari 2014 laat zien dat de kantonrechter bedrijfsbeslissingen van de werkgever meeweegt. Als een werkgever door een ondernemingsbeslissing welbewust of onnodig een negatieve invloed uitoefent op de financiële positie van de onderneming, dan kan dat consequenties hebben voor een dergelijk verweer. De kantonrechter zal dan doorgaans niet meegaan in het verweer en de werknemer enige vergoeding toekennen. Dit betekent niet dat een slechte financiële positie die is ontstaan door een normale bedrijfsvoering telkens tot eenzelfde conclusie leidt.